ECLI:NL:CBB:2023:161
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag SVL voor startende MKB-ondernemingen COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 28 maart 2023, zaaknummer 22/74, is de aanvraag van een onderneming voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19 (SVL) afgewezen. De minister van Economische Zaken en Klimaat had de aanvraag op 12 juni 2021 afgewezen, omdat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarde dat de inschrijfdatum in het handelsregister tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 moest liggen. Het bestreden besluit van 24 november 2021, waarin het bezwaar van de onderneming ongegrond werd verklaard, leidde tot het beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 13 februari 2023 werd de zaak behandeld. De onderneming stelde dat de gekozen inschrijfperiode onevenredig zwaar uitviel, omdat zij op 27 augustus 2019 was ingeschreven, maar pas op 5 maart 2020 haar bedrijfsactiviteiten startte. Het College oordeelde echter dat de inschrijfdatum doorslaggevend was en dat de SVL geen ruimte bood voor uitzonderingen op deze regel. De minister had de aanvraag terecht afgewezen, omdat de onderneming niet aan de voorwaarden voldeed. Het College benadrukte dat de afbakening van de doelgroep in de SVL strikt was en dat er geen strijd was met het evenredigheidsbeginsel.
De conclusie van het College was dat de onderneming buiten de doelgroep van de SVL viel en dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M.J. Jacobs, met mr. A.M. Slierendrecht als griffier.