ECLI:NL:CBB:2023:1
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming omtrent aanvullend permanent toezicht in slachthuis en de kwalificatie als besluit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De vennootschap, appellante, had bezwaar gemaakt tegen een brief van de minister waarin aanvullend permanent toezicht in haar slachthuis werd aangekondigd. Appellante betoogde dat deze brief een besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het een publiekrechtelijke rechtshandeling betrof die haar rechtspositie wijzigde. De minister had echter gesteld dat de brief geen besluit was, maar slechts een mededeling over de wijze van toezicht, zonder dat dit gevolgen had voor de rechtspositie van appellante.
Het College heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat de brief van 9 maart 2021 inderdaad geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. De brief bevatte geen wijziging in de rechtspositie van appellante, maar was louter informatief van aard. Het College heeft de uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigd, die eerder het verzoek om een voorlopige voorziening had afgewezen. De appellante had ook aangevoerd dat de kosten van het toezicht een zware last vormden voor haar kleinschalige slachterij, maar het College oordeelde dat deze argumenten niet konden leiden tot een andere conclusie over de ontvankelijkheid van het bezwaar.
De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een besluit in de Awb en de voorwaarden waaronder bezwaar kan worden gemaakt. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechter en de griffier.