In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 december 2020, waarin zijn aanvraag voor een certificaat van bediening voor een marifoon werd afgewezen. Appellant had op 9 oktober 2019 een aanvraag ingediend, maar de aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat hij het certificaat niet binnen de wettelijke termijn van vijf jaar na het behalen van zijn marifoonexamen had aangevraagd. De rechtbank oordeelde dat appellant pas 19 jaar na het behalen van het examen om het certificaat vroeg, en vond geen reden om de wettelijke termijn buiten toepassing te laten.
In hoger beroep betoogde appellant dat de rechtbank ten onrechte niet had gekeken naar de positieve uitslag van zijn marifoonexamen en dat hij niet was geïnformeerd over de noodzaak om het certificaat aan te vragen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank. Het College stelde vast dat de regelgeving vereist dat een aanvraag voor een certificaat van bediening uiterlijk vijf jaar na het behalen van het examen moet worden ingediend. Aangezien appellant dit niet had gedaan, was zijn verzoek te laat ingediend. Het College oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen mogelijkheid was om van deze termijn af te wijken.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van het College, bestaande uit drie rechters. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2022, waarbij het hoger beroep ongegrond werd verklaard en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.