Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 september 2022 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [plaats 1] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
De stelling van appellante dat zij onder de huidige Regeling pelsdierhouderij haar aanvraag eerder had kunnen indienen kan er evenmin toe leiden dat geoordeeld moet worden dat de in het Besluit pelsdierhouderij neergelegde weigeringsgronden in strijd met het evenredigheidsbeginsel zijn. Voor zover appellante hiermee beoogd te betogen dat artikel 8, onder f, van de Regeling pelsdierhouderij zoals die bepaling luidde ten tijde van het bestreden besluit, in haar geval buiten toepassing moet blijven, kan dat appellante niet baten omdat zij de aanvraag niet eerder heeft ingediend. Overigens heeft de regelgever er uitdrukkelijk voor gekozen om deze wijziging niet met terugwerkende kracht in te voeren (artikel 9a van de huidige Regeling pelsdierhouderij). De omstandigheid dat appellante geen gebruik meer kan maken van de nadeelcompensatieregeling, kan appellante ten slotte ook niet baten. Appellante heeft immers al de keuze gemaakt om haar bedrijf om te bouwen. Dat zij daarvoor geen subsidie heeft gekregen is een gevolg van omstandigheden die voor haar risico en rekening komen.
Beslissing
ondertekenen