2.4Appellant heeft op 14 april 2018 een verlenging van de ontheffing aangevraagd. Toen gold de Winkeltijdenverordening 2013 nog. Verweerder heeft de aanvraag aangehouden totdat de nieuwe Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 (Winkeltijdenverordening 2018) was aangenomen en de aanvraag vervolgens met inachtneming van de per 15 juni 2018 in werking getreden Winkeltijdenverordening 2018 afgehandeld. Gelet daarop heeft verweerder aan de ontheffing in overeenstemming met artikel 7, derde lid, aanhef en onder c, van de Winkeltijdenverordening 2018 het voorschrift verbonden dat de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur niet is toegestaan.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Daarbij is het beroep van appellant op het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel afgewezen.
4. Appellant voert ook in beroep aan dat hij erop had mogen vertrouwen dat de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur mogelijk zou blijven. Bij de eerdere ontheffingen heeft verweerder meegedeeld dat het voornemen bestond de raad een voorstel te doen tot aanpassing van de verordening en dat besloten was hierop te anticiperen. Volgens de laatste ontheffing was de verkoop van alcoholhoudende drank voor een jaar toegestaan en zou daarna een evaluatie plaatsvinden. Dit gezien in samenhang met de e-mail van één van de medewerkers aan appellant dat de verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken zou worden gecontinueerd als er geen klachten waren, heeft bij appellant het vertrouwen gewekt dat hij zwak-alcoholhoudende drank zou mogen blijven verkopen. Appellant had niet de indruk dat het toetsmoment na een jaar zag op de vraag of in zijn algemeenheid na 22:00 uur alcohol zou mogen worden verkocht. Appellant wijst erop dat de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur voor hem een belangrijke inkomstenbron was. Door het bestreden besluit, de manier waarop dit tot stand is gekomen en het gewekte vertrouwen wordt het voorbestaan van zijn avondwinkel in gevaar gebracht. De mogelijkheid na 22:00 uur alcohol te verkopen is temeer van belang nu supermarkten, die ook alcohol verkopen, tot 22:00 uur geopend mogen zijn. Ter onderbouwing heeft appellant een balans en een verklaring van zijn boekhouder overgelegd. Indien het beroep op het vertrouwensbeginsel niet kan leiden tot aanpassing van zijn vergunning, zou verweerder aan appellant schadevergoeding moeten toekennen.
Appellant voert verder aan dat het bestreden besluit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Appellant heeft vernomen dat de andere nachtwinkel in [plaats] nog wel zwak‑alcoholhoudende drank mag verkopen na 22:00 uur. Verweerder heeft bij de hoorzitting weliswaar te kennen gegeven dat de andere nachtwinkel hierover zou worden aangeschreven, maar voor zover bekend bij appellant heeft deze aanschrijving niet plaatsgevonden. Het is inconsistent als appellant niet, maar de andere avondwinkel wel drank mag verkopen na 22:00 uur, terwijl zij allebei worden geacht een ontheffing te hebben op grond van de Verordening 2018.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet kan leiden tot een andere uitkomst. In de Winkeltijdenverordening 2018 is dwingend bepaald dat aan een ontheffing het voorschrift wordt verbonden dat verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur niet is toegestaan. Eventuele uitlatingen van een ambtenaar kunnen niet licht leiden tot het oordeel dat regelgeving die later in werking treedt buiten toepassing moet blijven. Het was appellant bovendien duidelijk dat de ontheffing voor de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur in 2017 voor een jaar was verleend. Appellant wist dat er een nieuw toetsmoment zou komen. Uit de twee
e-mailberichten waarnaar appellant verwijst, komt niet ondubbelzinnig naar voren dat appellant na afloop van de proef van één jaar ook nog zwak‑alcoholhoudende drank zou mogen verkopen na 22:00 uur. In de e-mail van maart 2018, vóór afloop van de proef en de aanvraag van een nieuwe ontheffing, heeft dezelfde ambtenaar laten weten dat de nieuwe Winkeltijdenverordening ter inzage heeft gelegen en dat appellant er rekening mee moet houden dat de nachtvergunning met alcohol geen doorgang kan vinden. Met de mededeling in de ontheffingen van 2015 en 2017 heeft verweerder duidelijk gemaakt dat de Winkeltijdenverordening 2013 geen ontheffingsmogelijkheid bevatte, maar dat zou worden voorgesteld om deze in de nieuwe Winkeltijdenverordening wel op te nemen en dat besloten was hierop te anticiperen. Appellant kon weten dat pas na wijziging van de Winkeltijdenverordening formeel ontheffing voor avondwinkels mogelijk zou worden. Omdat de gemeenteraad hierover gaat, had appellant moeten beseffen dat de uitlating van de ambtenaar niet zo ver kon strekken dat hoe dan ook ontheffing met toestemming voor de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank zou worden verleend. Verweerder heeft in het bestreden besluit opgemerkt dat gelijke gevallen gelijk behandeld zullen worden, omdat de andere nachtwinkel zal worden aangeschreven. Daarom kan appellant geen geslaagd beroep doen op het gelijkheidsbeginsel. Bij het verweerschrift is het standpunt ingenomen dat de ontheffing aan de andere avondwinkel in 2006 is verleend onder de Verordening Winkeltijden Hilversum 1996, waarin geen verbod met betrekking tot de verkoop van alcoholhoudende drank was opgenomen. Het gaat volgens verweerder daarom niet om gelijke gevallen. Verweerder onderzoekt nog of de bevoegdheid bestaat om de ontheffing van deze avondwinkel ambtshalve aan te passen in de zin dat het ook deze winkel verboden wordt zwak-alcoholhoudende drank te verkopen na 22:00 uur.
6. De relevante bepalingen uit de Winkeltijdenverordening 2018 luiden als volgt.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Winkeltijdenverordening 2018 kan het college op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden ten behoeve van avondwinkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk voorverpakte eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horeca wet.
Ingevolge het derde lid, aanhef en onder c, is de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, na 22:00 uur niet toegestaan.
Ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Winkeltijdenverordening 2018 worden ontheffingen verleend op grond van de Winkeltijdenwet Hilversum 2013 geacht ontheffingen te zijn ingevolge deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Ingevolge het tweede lid worden aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening Hilversum 2013 maar waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, afgehandeld overeenkomstig deze verordening.
7. Het College komt tot de volgende beoordeling.