ECLI:NL:CBB:2022:65
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatig besluit inzake fosfaatrechten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een verzoeker die stelt schade te hebben geleden door een onrechtmatig besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De verzoeker had op 12 december 2019 een verzoek om schadevergoeding ingediend, nadat verweerder op 11 februari 2020 had medegedeeld dat er geen schadevergoeding zou worden toegekend. De verzoeker stelde dat hij als gevolg van het onrechtmatige besluit zijn fosfaatrechten niet al in 2018 had kunnen verkopen voor een hogere prijs dan in 2019. Echter, de verzoeker heeft geen bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk fosfaatrechten had kunnen verkopen in 2018 of 2019. Het College oordeelde dat de verzoeker niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden en dat hij niet heeft aangetoond hoeveel fosfaatrechten hij had willen verkopen. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, evenals het verzoek om vergoeding van immateriële schade op grond van artikel 6 van het EVRM, omdat niet aan de vereisten werd voldaan. De procedure heeft niet langer dan twee jaar geduurd, waardoor er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn.