ECLI:NL:CBB:2022:546
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de verenigbaarheid met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, een veebedrijf dat dieren van het dubbeldoelras Fleckvie exploiteert, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister waarin het fosfaatrecht van appellante werd vastgesteld. Het primaire besluit, genomen op 12 januari 2018, stelde het fosfaatrecht vast op 252 kg, maar na een bezwaarprocedure werd dit verlaagd naar 204 kg. Appellante betwistte de beslissing van de minister en voerde aan dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, omdat het een individuele en buitensporige last zou opleggen en niet voldoende rekening houdt met de belangen van kleinere boeren.
Tijdens de zitting op 29 juni 2022 heeft appellante haar standpunt gepresenteerd, maar het College constateerde dat zij niet voldoende onderbouwd had waarom zij het niet eens was met de beslissing van de minister. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin het fosfaatrechtenstelsel was beoordeeld en concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat er in haar geval sprake was van een individuele en buitensporige last. De argumenten van appellante werden als onvoldoende onderbouwd beschouwd, en het College oordeelde dat het beroep ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door mr. I.M. Ludwig, met mr. E.D.H. Nanninga als griffier.