Op 9 augustus 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen V.O.F. [naam] en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 14 juni 2022, waarin een kennelijke onjuistheid werd vastgesteld. De appellante had in hoger beroep een verzoek ingediend om immateriële schadevergoeding, dat in de eerdere uitspraak niet was beoordeeld. Het College heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak niet alleen een onjuistheid bevatte, maar ook dat het verzoek om schadevergoeding ten onrechte was nagelaten.
In de rectificatie heeft het College de eerdere uitspraak aangepast door expliciet te vermelden dat het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen. De reden hiervoor is dat de staatssecretaris geen onrechtmatig besluit heeft genomen en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en een exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak is aan de rectificatie gehecht.
De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier. Deze rectificatie is van belang voor de betrokken partijen, omdat het de rechtspositie van de appellante ten aanzien van de schadevergoeding verduidelijkt en de eerdere onduidelijkheid wegneemt.