ECLI:NL:CBB:2022:509

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
21/255R
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake immateriële schadevergoeding in het kader van de Tabaks- en rookwarenwet

Op 9 augustus 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen V.O.F. [naam] en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 14 juni 2022, waarin een kennelijke onjuistheid werd vastgesteld. De appellante had in hoger beroep een verzoek ingediend om immateriële schadevergoeding, dat in de eerdere uitspraak niet was beoordeeld. Het College heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak niet alleen een onjuistheid bevatte, maar ook dat het verzoek om schadevergoeding ten onrechte was nagelaten.

In de rectificatie heeft het College de eerdere uitspraak aangepast door expliciet te vermelden dat het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen. De reden hiervoor is dat de staatssecretaris geen onrechtmatig besluit heeft genomen en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en een exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak is aan de rectificatie gehecht.

De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier. Deze rectificatie is van belang voor de betrokken partijen, omdat het de rechtspositie van de appellante ten aanzien van de schadevergoeding verduidelijkt en de eerdere onduidelijkheid wegneemt.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/255

uitspraak van de meervoudige kamer van 9 augustus 2022 in de zaak tussen

V.O.F. [naam] , te [woonplaats] , appellante

(gemachtigde: J.C. de Bakker),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 19 januari 2021, kenmerk ROT 19/4571, in het geding tussen appellante,
en

de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

(gemachtigde: mr. D.W. Gerritsen).

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 14 juni 2022 met zaaknummer 21/255 in rechtsoverweging 8 en onder “Beslissing” een kennelijke onjuistheid bevat.

Overwegingen

In rechtsoverweging 8 en onder “Beslissing” ontbreekt een oordeel over het hoger beroep dat is ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (rechtbank) van 19 januari 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:292). Nagelaten is het verzoek van appellante om immateriële schadevergoeding af te wijzen. Nu de uitspraak kennelijke en voor een eenvoudig herstel vatbare onjuistheden bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op deze punten te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak van 14 juni 2022 als volgt.
“8. Verder stelt appellante dat zij immateriële schade heeft geleden, die zij vergoed wenst te zien. Het College wijst dit verzoek om schadevergoeding af. Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat de staatssecretaris geen onrechtmatig besluit heeft genomen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
(…)
Het College:
  • bevestigt de aangevallen uitspraak;
  • wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 14 juni 2022 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, mr. D. Brugman en mr. C.M. Wissels, in aanwezigheid van mr. M.H. van Kersbergen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022.
w.g. B. Bastein w.g. M.H. van Kersbergen