ECLI:NL:CBB:2022:363
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor warmtepomp wegens te late indiening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellante en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante had op 19 oktober 2020 een aanvraag ingediend voor een investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) voor een warmtepomp. De aanvraag werd echter afgewezen omdat deze te laat was ingediend, terwijl de warmtepomp op 10 april 2020 was geïnstalleerd. Volgens de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies moest de aanvraag uiterlijk op 10 oktober 2020 zijn ingediend. De appellante voerde aan dat zij door bijzondere omstandigheden, waaronder haar verblijf in een verzorgingstehuis en de Covid-19 maatregelen, niet in staat was om de aanvraag tijdig in te dienen. Ze deed een beroep op artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om van de Regeling af te wijken.
Het College oordeelde echter dat de aanvraag terecht was afgewezen. De Regeling biedt geen ruimte voor een belangenafweging of uitzonderingen in geval van bijzondere omstandigheden. Het College stelde vast dat de appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het onmogelijk was om tijdig een aanvraag in te dienen. Bovendien was het niet nodig dat de aanvraag compleet was om in behandeling te worden genomen. De appellante had niet voldoende bewijs geleverd dat zij alles had gedaan om de aanvraag op tijd in te dienen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.