ECLI:NL:CBB:2022:242
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtsgeldigheid van bestuursbesluiten en inschrijving in het handelsregister
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 17 mei 2022, staat de rechtsgeldigheid van bestuursbesluiten van de Vereniging van [naam 1] centraal. Appellante, de Vereniging, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Kamer van Koophandel, die de inschrijving van de uittreding van twee bestuurders, [naam 2] en [naam 3], in het handelsregister had geweigerd. De Kamer van Koophandel had gerede twijfel over de juistheid van de opgaven van appellante, omdat er geen rechtsgeldig besluit tot bijeenroeping van de algemene ledenvergadering van 8 december 2019 was genomen. De Kamer van Koophandel had eerder op 23 maart 2020 opgaven ontvangen van appellante om de uittredingen in te schrijven, maar concludeerde dat de besluiten genomen in de ledenvergadering nietig waren, omdat de bijeenroeping niet volgens de statuten was geschied.
Tijdens de zitting op 24 maart 2022 heeft appellante betoogd dat de Kamer van Koophandel zich niet had moeten uitlaten over de rechtsgeldigheid van de ontslagbesluiten, gezien een lopende civiele procedure. De Kamer van Koophandel daarentegen stelde dat zij op grond van artikel 4 van het Handelsregisterbesluit 2008 een onderzoeksplicht heeft en dat er geen bewijs was voor een geldig besluit tot bijeenroeping van de vergadering. Het College heeft de argumenten van appellante verworpen en bevestigd dat de Kamer van Koophandel terecht had geweigerd de opgaven in te schrijven, omdat er gerede twijfel bestond over de juistheid van de opgaven.
Het College heeft de relevante bepalingen uit het Handelsregisterbesluit 2008 en het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen en geconcludeerd dat de Kamer van Koophandel op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van rechtsgeldige besluitvorming binnen verenigingen en de rol van de Kamer van Koophandel in het waarborgen van de juistheid van inschrijvingen in het handelsregister.