Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 juni 2016 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellant,
de Kamer van Koophandel, verweerster
A.S. Beheer Company B.V., te Rosmalen.
Procesverloop
Overwegingen
31 december 2012 bewijst volgens verweerster niet dat PPP op 31 december 2012 is ontbonden en de vennootschap direct wegens gebrek aan baten is beëindigd. Ten aanzien van de benoeming van A.S. Beheer Company B.V. als vereffenaar per 1 augustus 2013 heeft verweerster in het bestreden besluit overwogen dat gelet op de overgelegde stukken inzake de oproep en vergadering van 1 augustus 2013 alsmede artikel 18, 19 en 20 van de vigerende statuten, het aannemelijk is dat een rechtsgeldig besluit tot stand is gebracht.
22 juli 2012 was om de activa die op de balans stonden verwerkt, te vereffenen. Op de datum van ontbinding op 31 december 2012 waren er geen activa/baten aanwezig op de balans van de vennootschap en kon de vennootschap daarom ontbonden worden zonder vereffening. Tot slot voert appellant aan dat verweerster ten onrechte de verklaring van de registeraccountant aangaande het bestaan van baten heeft meegewogen, nu deze verklaring ziet op het bestaan van baten van voor 31 december 2012.
27 december 2012. Dit levert geen gebrek in de zin van artikel 2:15 van het BW op, maar een gebrek in de zin van artikel 2:14 van het BW met directe nietigheid tot gevolg. Een besluit buiten vergadering is weliswaar mogelijk, maar dient wel schriftelijk en unaniem door alle aandeelhouders te worden gedragen.
(…)
(…)
27 december 2012, waarin het eerdere ontbindingsbesluit van 22 juli 2010 is bevestigd, geen rechtsgevolgen met zich meebrengt. Bovendien is de geldigheid van laatstgenoemd besluit betwist en heeft appellant zelf verklaard dat aan dit besluit geen statutaire oproep aan alle aandeelhouders is voorafgegaan. Het College kan verweerster volgen in haaroordeel dat een besluit genomen in een vergadering waaraan niet een besluit tot bijeenroeping door het bestuur ten grondslag ligt op grond van artikel 2:14, eerste lid, van het BW, nietig is.