In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een verzoeker die schade heeft geleden door onrechtmatige besluitvorming van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De verzoeker had zijn fosfaatrechten in 2018 vastgesteld op 120 kg, maar deze werden later herzien naar 0 kg. Hierdoor kon hij zijn fosfaatrechten niet verkopen voor de in 2018 geldende prijs. De verzoeker heeft schadevergoeding gevraagd voor het verschil in waarde van de fosfaatrechten tussen 2018 en 2020, en het College heeft geoordeeld dat de verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een causaal verband bestaat tussen de onrechtmatige besluiten en de geleden schade. Het College heeft het verzoek om schadevergoeding toegewezen en de minister veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 18.544,50, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 1.518,-.