Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2022 in de zaak tussen
[naam] VOF, te [woonplaats] , verzoekster
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
76 kg fosfaatrecht verkocht voor € 11.491,-. Deze overdracht kon niet doorgaan als gevolg van de onrechtmatige besluitvorming. Later zijn deze rechten alsnog verkocht voor € 8.512,-. Het verschil en daarmee de schade bedraagt € 2.979,20.
€ 168,- per kg heeft kunnen verkopen, maar slechts voor een prijs van € 140,- per kg in november 2019 en met een hoger afromingspercentage (20% in plaats van 10%). Het College is anders dan verweerder van oordeel dat aan de eis van causaal verband tussen het onrechtmatige herzieningsbesluit I en de schade is voldaan: als verweerder in 2018 het fosfaatrecht van verzoekster meteen juist had vastgesteld, had verzoekster direct 76 kg fosfaatrecht kunnen verkopen en was van gederfde winst geen sprake geweest. Het vermogensverlies heeft zich concreet voorgedaan op het tijdstip dat verzoekster alsnog de beschikking kreeg over de rechten. Het verweer van verweerder dat de schade wordt veroorzaakt door de weigering van de overdracht, treft hier geen doel. De door verzoekster gestelde schade is immers niet het gevolg van het niet doorgaan van de overdracht, maar betreft gederfde winst.
€ 140,- per kg in november 2019 en met een afromingspercentage van 10% in plaats van 20%.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding toe;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een schadevergoeding aan verzoekster tot een bedrag van € 5.527,20;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van € 354,- aan verzoekster dient te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van