Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2022 in de zaak tussen
V.O.F. [naam] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 45.179,13. Hij heeft daarbij een oppervlakte van 122,40 ha in aanmerking genomen. Verweerder heeft uiteengezet dat hij de oppervlakte van de percelen 14 en 15 kleiner heeft vastgesteld, omdat uit luchtfoto’s van deze percelen blijkt dat de noord- en westzijde van perceel 14 en de noordzijde van perceel 15 overwegend uit pitrus bestaan en om die reden niet kunnen worden aangemerkt als subsidiabele landbouwgrond.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.518,-.