ECLI:NL:CBB:2021:868

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
3 september 2021
Zaaknummer
20/1129
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming COVID-19 op basis van SBI-code

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 7 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19, maar deze aanvraag werd afgewezen. De minister weigerde de tegemoetkoming omdat de SBI-code waaronder appellante op de peildatum 15 maart 2020 was geregistreerd, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel was opgenomen. Appellante stelde dat zij indirect was geraakt door de coronamaatregelen en dat het bestreden besluit in strijd was met het evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel. Het College oordeelde dat de Beleidsregel niet bedoeld is voor alle ondernemingen met omzetverlies en dat verweerder zijn beleid consistent had toegepast. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak benadrukt dat de beoordeling van aanvragen op basis van de Beleidsregel een politieke keuze is en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/1129

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2021 in de zaak tussen

[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. K.M.J. Schrijver),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. C.J.M. Daniels en C. Zieleman).

Procesverloop

Bij besluit van 16 juni 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder naar aanleiding van een door appellante ingediende Melding niet-aansluitende SBI-code geweigerd appellante een tegemoetkoming van € 4.000,- te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 27 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2021. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] en door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
Appellante heeft een Melding niet-aansluitende SBI-code ingediend.
Over de onderneming was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 01.42.1 opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘Veefok- en Kalvermesterij’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat de SBI-code waarmee appellante op de peildatum 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven, terecht niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel is opgenomen. De Beleidsregel heeft niet tot doel een tegemoetkoming toe te kennen aan alle ondernemingen met omzetverlies. Het betreft een politieke keuze. Verder heeft verweerder overwogen dat de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeenkomt met een andere SBI-code die wél in Bijlage 1 staat. Verder is verweerder niet gebleken dat er sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden, dat hij af zou moeten wijken van de Beleidsregel.
Standpunt appellante
4. Appellante geeft allereerst aan dat het beroep is gebaseerd op de gronden zoals deze in de bezwaarprocedure zijn ingebracht. Appellante voert verder aan dat zij indirect is geraakt door de coronamaatregelen en daarom in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel. Appellante heeft koeien voor de productie van vlees. De afzetmarkt van appellante ziet op ondernemingen in de horeca die tijdens de coronacrisis moesten sluiten of minder omzet hadden. Appellante stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit in strijd is met het evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel, omdat appellante is getroffen door de coronacrisis net als ondernemers met een SBI-code die wel in Bijlage 1 van de Beleidsregel is opgenomen. Appellante verzoekt ook om schadevergoeding. Appellante kan dat verzoek niet onderbouwen.
Standpunt verweerder
5. Dat appellante indirect door de coronamaatregelen is geraakt, geeft appellante geen recht op een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel. De Beleidsregel heeft niet tot doel een tegemoetkoming toe te kennen aan alle ondernemingen met omzetverlies. Het betreft een politieke keuze.
Beoordeling door het College
6. Voor zover appellante heeft aangevoerd dat de gronden van bezwaar als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd, overweegt het College dat appellante niet heeft onderbouwd in welk opzicht verweerders motivering in het bestreden besluit ontoereikend is, zodat het College daaraan voorbij gaat.
7. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
8. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Verweerder heeft de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
9. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
10. Het College volgt verweerder in het standpunt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.
11. Omdat het beroep ongegrond is, wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Conclusie

12. Het beroep is ongegrond en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van
mr. P.E.A. Chao, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 september 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen. uitspraak te ondertekenen