In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De aanvraag was afgewezen omdat de SBI-code waaronder de appellante op de peildatum 15 maart 2020 was ingeschreven in het handelsregister, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel stond. De appellante voerde aan dat verweerder een te beperkte uitleg had gegeven aan de geregistreerde bedrijfsomschrijving en dat haar nevenactiviteiten onvoldoende waren betrokken bij de beoordeling van de aanvraag. De verweerder, de minister van Economische Zaken en Klimaat, stelde zich op het standpunt dat de appellante met de geregistreerde SBI-code niet in aanmerking kwam voor de tegemoetkoming en dat de bedrijfsomschrijving niet paste bij een andere SBI-code die wel in Bijlage 1 stond.
Het College oordeelde dat de verweerder zijn beleid consistent had toegepast en dat de geregistreerde gegevens op de peildatum leidend waren. Het College volgde het standpunt van de verweerder dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden. De appellante had niet aannemelijk gemaakt dat de Kamer van Koophandel een fout had gemaakt bij de inschrijving in het handelsregister. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste registratie in het handelsregister en de toepassing van de Beleidsregel in gevallen van aanvragen voor tegemoetkomingen tijdens de COVID-19 pandemie.