ECLI:NL:CBB:2021:822
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- J.H. de Wildt
- N.C.H. Vrijsen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19
In deze zaak heeft appellant, een ondernemer, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De aanvraag werd afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de vereisten die in de Beleidsregel zijn gesteld, met name de inschrijving in het handelsregister die overeenkomt met een van de SBI-codes in Bijlage 1. De peildatum voor deze inschrijving was 15 maart 2020.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft geoordeeld dat de verweerder zijn beleid op consistente wijze heeft toegepast. Appellant had aangevoerd dat hij zwaar was getroffen door de coronacrisis, maar dit argument werd niet als voldoende beschouwd om de tegemoetkoming te verkrijgen. De registratie in het handelsregister op de peildatum was leidend, en wijzigingen die na deze datum zijn doorgevoerd, konden niet in overweging worden genomen.
Daarnaast werd de stelling van appellant dat hij een wijziging in het handelsregister had aangevraagd, maar deze niet tijdig was verwerkt, niet gevolgd door het College. Het College concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat de wijziging daadwerkelijk was aangevraagd in de eerder genoemde periodes.
Het College heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid, wat betekent dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid consistent is toegepast. In deze zaak was dat het geval, en daarom werd het beroep ongegrond verklaard.