ECLI:NL:CBB:2021:805

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
21/56
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming COVID-19 voor ondernemers

Op 9 juli 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. Appellante, vertegenwoordigd door mr. S.M.M.C. Vinken, had beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De minister, vertegenwoordigd door mr. M. Wullink en mr. G. Meijerink, had de aanvraag afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op de peildatum 15 maart 2020 was ingeschreven, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel stond. Bovendien kwam de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeen met een SBI-code die wel in Bijlage 1 stond.

Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat verweerder zijn beleid consistent had toegepast. In eerdere uitspraken had het College al vastgesteld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid, wat betekent dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast. Het College concludeerde dat, hoewel appellante zwaar was getroffen door de coronacrisis, dit niet voldoende was voor het verkrijgen van de tegemoetkoming. Een inschrijving in het handelsregister die past bij een van de SBI-codes in Bijlage 1 was noodzakelijk.

De uitspraak werd gedaan in het openbaar en het proces-verbaal werd opgemaakt door de enkelvoudige kamer. De griffier was niet in de gelegenheid het proces-verbaal te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/56
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2021 in de zaak tussen

[naam] B.V., te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. S.M.M.C. Vinken),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. M. Wullink en mr. G. Meijerink).

Beroep

Appellante heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van de aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (de Beleidsregel).

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

Verweerder heeft appellante geen tegemoetkoming verstrekt omdat de SBI-code waarmee zij op de peildatum 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel staat. Daarnaast komt de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeen met een andere SBI-code die wél in Bijlage 1 staat. Ook is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die ertoe dienen te leiden dat van de Beleidsregel dient te worden afgeweken.
Het College heeft in de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995) geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Verweerder heeft de tegemoetkoming dan ook terecht geweigerd.
Dat appellante maandenlang haar deuren gesloten heeft moeten houden en dus zwaar is getroffen door de coronacrisis staat niet ter discussie, maar dat is onvoldoende voor het verkrijgen van de tegemoetkoming. Daarvoor is ook een inschrijving in het handelsregister nodig die past bij een van de SBI-codes in Bijlage 1.
Deze uitspraak is gedaan en in het openbaar uitgesproken door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier.
De voorzitter is niet in de gelegenheid De griffier is niet in de gelegenheid
dit proces-verbaal te ondertekenen. dit proces-verbaal te ondertekenen.