Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2021 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats 1] , gemeente Goeree-Overflakkee, appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2 juli 2015 (de peildatum) en kent een bonusgeldsom toe indien een melkveehouder minder vrouwelijke runderen houdt dan het referentieaantal op de peildatum.
Omvang geding
Achtergrond
Beroep
Tijdens de tweede zitting heeft appellant benadrukt dat de tegemoetkoming op grond van artikel 72 van het Uitvoeringsbesluit weliswaar leidt tot lagere geldsommen, maar dat er nog steeds ruim € 40.000,- aan geldsommen overblijft. Zijn probleem is dan ook niet opgelost met de enkele toepassing van artikel 72. Hij wijst erop dat zijn financiële situatie nog steeds kritiek is en dat hij allerlei toeren moet uithalen om zijn bedrijf overeind te houden. Hij beroept zich daarom op een individuele en buitensporige last en op de hardheidsclausule. Hij benadrukt dat hij van een intensief vleesbedrijf met een aanzienlijke fosfaatproductie is overgestapt naar een extensief biologisch bedrijf, waarbij de koeien veel weidegrond tot hun beschikking hebben en ook nog eens gebruik wordt gemaakt van Jerseykoeien. Er is daarmee een veel minder belastend bedrijf in de plaats gekomen van het voormalige vleesveebedrijf, hetgeen helemaal in lijn is met de milieubelangen en de wensen van de samenleving.
Gelet op het voorgaande heeft appellant met de door hem in de onderhavige procedure ingebrachte stukken wat betreft de fosfaatreductie niet aannemelijk gemaakt dat in zijn geval sprake is van een individuele buitensporige last en dat verweerder zijn eigendomsrecht schendt als bedoeld in artikel 1 van het EP.
Het beroep van appellant op de hardheidsclausule slaagt niet. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn bedrijfsvoering zodanig afwijkt van andere biologische veehouders dat verweerder daarin – ondanks dat de geldsommen (door het alsnog toepassen van artikel 72 van het Uitvoeringsbesluit) in het nieuwe besluit op bezwaar bijna zijn gehalveerd – aanleiding had moeten zien om de hardheidsclausule toe te passen. Het beroep dat appellant ter zitting heeft gedaan op eerdere uitspraken van het College over de hardheidsclausule (uitspraak van 16 maart 2021, ECLI:NL:CBB:264 en uitspraak van 23 maart 2021, ECLI:NL:CBB:2021:330) geeft geen grond voor een ander oordeel, omdat de feiten in die zaken niet helemaal gelijk zijn.
Slotsom
Beslissing
27 juli 2021
.
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.