Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juli 2020 in de zaken tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
€ 5.126,00 en voor periode 5 een hoge geldsom van € 5.347,000.
OverwegingenInleiding
Naar aanleiding van de beroepsgrond over de grondgebondenheid heeft verweerder in zijn verweerschrift erkend dat deze niet juist is vastgesteld. Het gedeeltelijk overgenomen bedrijf van [naam 2] was grondgebonden en daarom wordt het referentieaantal in zoverre niet verminderd met 4 procent, aldus verweerder. De beroepsgrond die hierover naar voren is gebracht slaagt daarmee en hoeft niet meer te worden besproken. Aan de gevolgen van het slagen van deze beroepsgrond voor de opgelegde geldsommen komt het College niet toe, omdat de hierna te bespreken beroepsgrond over het jongveegetal ook slaagt en dit verderstrekkende, voor appellante gunstiger, gevolgen heeft.
Het jongveegetal en de hardheidsclausule
Slotsom
Beslissing
mr. B. van Dokkum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
14 juli 2020.
te ondertekenen w.g. mr. B. van Dokkum