ECLI:NL:CBB:2021:771
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten inzake subsidiabele oppervlakten en teruggave financiële discipline in het kader van het GLB
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 27 juli 2021, zijn de beroepen van appellante, een maatschap, tegen de besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ongegrond verklaard. De zaken, genummerd 20/482 en 20/1042, betroffen de aanvraag van appellante voor uitbetaling van betalingsrechten en de teruggave van financiële discipline over het jaar 2020, gerelateerd aan het jaar 2019.
In de eerste zaak (20/482) had appellante bezwaar gemaakt tegen het aantal subsidiabele hectaren dat door de verweerder was vastgesteld. De appellante stelde dat de grens van de subsidiabele oppervlakten ten onrechte was gelegd en dat er meer oppervlakte subsidiabel zou moeten zijn. Het College oordeelde dat de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte door de verweerder correct was en dat de beroepsgrond van appellante niet slaagde.
In de tweede zaak (20/1042) ging het om de teruggave van financiële discipline. Appellante betoogde dat verweerder niet had hoeven wachten met het nemen van een besluit over de teruggave totdat de beroepsprocedure over de rechtstreekse betalingen was afgerond. Het College bevestigde dat verweerder niet verplicht was om te wachten en dat het besluit tot teruggave correct was gemotiveerd.
Uiteindelijk concludeerde het College dat beide beroepen ongegrond waren en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Brugman, met mr. P.M. Beishuizen als griffier.