ECLI:NL:CBB:2021:764

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
20 juli 2021
Zaaknummer
20/1126
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing tegemoetkoming op basis van Beleidsregel COVID-19 voor ondernemer met niet-geregistreerde SBI-code

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een ondernemer tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De ondernemer, die zijn activiteiten op 15 maart 2020 had geregistreerd in het handelsregister, had een SBI-code die niet in de bijlage van de Beleidsregel stond. Het College oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de SBI-code niet overeenkwam met de activiteiten die op de peildatum geregistreerd stonden. De ondernemer had zijn registratie na de peildatum gewijzigd, maar het College stelde vast dat alleen de registratie op de peildatum leidend was. De overschrijding van de beslistermijn door de verweerder werd erkend, maar dit leidde niet tot een andere conclusie. Het College concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden en verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/1126

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2021 in de zaak tussen

[naam 1] , h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats] , appellant

(gemachtigde: M. Klomp),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. M. Wullink en mr. G. Meijerink).

Procesverloop

Bij besluit van 8 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van appellant voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel) afgewezen.
Bij besluit van 30 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellant ongegrond verklaard.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 juli 2020. Appellant is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
Appellant heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
Over de onderneming was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 45.19.2 (‘Handel in en reparatie van zwaardere bedrijfsauto's (geen import van nieuwe)’) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘Onderhoud rally- en race auto’s en detailhandel en onderdelen’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat de omschrijving van de werkzaamheden zoals die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond bepalend is. De SBI-code waarmee appellant op de peildatum
15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven, staat niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel. Verder heeft verweerder overwogen dat de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeenkomt met een andere SBI-code die wél in Bijlage 1 staat. De SBI-code die appellant heeft aangedragen – 93.12.7 (‘Auto- en motorsport’) sluit niet aan bij de bedrijfsomschrijving zoals deze op 15 maart 2020 in het handelsregister stond. Dat appellant zijn registratie na 15 maart 2020 met terugwerkende kracht heeft gewijzigd, maakt dat niet anders. Tot slot is niet gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat verweerder zou moeten afwijken van de Beleidsregel.
Standpunt appellant
4. Appellant voert aan dat verweerder de beslistermijn fors heeft overschreden en dat verweerder bovendien heeft verzuimd hem een redelijke beslistermijn mee te delen. Hiermee is de rechtszekerheid in het geding en is verweerder in gebreke gebleven. Appellant voert verder aan dat de SBI-code waarmee hij op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven niet overeenkomt met zijn bedrijfsactiviteiten. Hij heeft inmiddels zijn inschrijving gewijzigd en in het handelsregister staan nu de SBI-codes 93.12.7 (‘Auto- en motorsport’) en 45.32 (‘Detailhandel in auto-onderdelen en -accessoires’) en de bedrijfsomschrijving luidt nu ‘Het bouwen van rally- en raceauto’s en het verlenen van service op evenementen waar deze auto’s aan deelnemen. Detailhandel in onderdelen ten behoeve van de autosport’. De werkzaamheden van appellant sluiten exact aan op SBI-code 93.12.7 en appellant stelt dat hij daarom in aanmerking dient te komen voor de tegemoetkoming.
Standpunt verweerder
Verweerder erkent dat de in artikel 5 van de Beleidsegel vermelde beslistermijn is overschreden en betreurt dat. Tegelijkertijd leidt dit er niet toe dat de tegemoetkoming alsnog toekend moet worden. Verweerder stelt zich verder op het standpunt dat uit de bedrijfsomschrijving die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond niet volgt dat appellant auto- of motorrally’s, races en dergelijke organiseert, of gelegenheid geeft tot het beoefenen van auto- of motorsporten.
Beoordeling door het College
6. Het College stelt vast dat de in artikel 5 van de Beleidsregel vermelde beslistermijn is overschreden. Omdat de beslistermijn een termijn van orde is, heeft overschrijding van de termijn niet tot gevolg dat verweerder de aanvraag niet meer mag afwijzen.
7. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
8. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Niet de feitelijke activiteiten, maar wat op de peildatum is geregistreerd in het handelsregister is leidend. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellant heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellant op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
9. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
10. Het College volgt verweerder in het standpunt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.
Conclusie
11. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2021.
De voorzitter is niet in de gelegenheid De griffier is niet in de gelegenheid
deze uitspraak te ondertekenen. deze uitspraak te ondertekenen.