ECLI:NL:CBB:2021:552

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
26 mei 2021
Zaaknummer
20/987
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 en de consistentie van het beleid

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 juni 2021, zaaknummer 20/987, staat de aanvraag van appellante centraal voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. Appellante, een onderneming die zich bezighoudt met het uitgeven van tijdschriften en webdesign, had een aanvraag ingediend voor een financiële tegemoetkoming, maar deze werd door de minister van Economische Zaken en Klimaat geweigerd. De minister stelde dat de SBI-code waaronder appellante geregistreerd stond, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel was opgenomen, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden.

Appellante voerde aan dat zij als gedupeerde onderneming in de toeleveringsketen van de reisbranche een fors omzetverlies had geleden en dat de SBI-code ten onrechte niet in Bijlage 1 was opgenomen. Na de peildatum had appellante haar SBI-code gewijzigd, maar het College oordeelde dat de minister geen rekening hoefde te houden met deze wijziging, aangezien deze na de peildatum was doorgevoerd. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin was vastgesteld dat de Beleidsregel als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden aangemerkt, en dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid consistent is toegepast.

Het College concludeerde dat de minister zijn beleid op consistente wijze had toegepast en dat de aanvraag van appellante terecht was afgewezen. Het beroep tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Bastein, met J.S. Nooren als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 1 juni 2021.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/987

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2021 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats] , appellante,

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd appellante een tegemoetkoming te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 24 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
1. Appellante heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
2. Over de onderneming van appellante was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 58.14 (uitgeverijen van tijdschriften) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘het uitgeven en publiceren van tijdschriften, webdesign, webhosting en contentmanagement.’
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. De SBI-code waarmee appellante is geregistreerd staat terecht niet in Bijlage 1. Daarnaast heeft verweerder bij het bestreden besluit beoordeeld dat de bedrijfsomschrijving niet onder een andere SBI-code in Bijlage 1 is te brengen. Volgens verweerder is geen sprake van strijd met het evenredigheidsbeginsel. Van bijzondere omstandigheden die maken dat verweerder ten gunste van appellante moet afwijken van de Beleidsregel is niet gebleken, aldus verweerder.
Standpunt appellante
4. Appellante stelt dat zij als gedupeerde onderneming in de toeleveringsketen van de reisbranche een fors omzetverlies heeft geleden. De geregistreerde SBI-code staat ten onrechte niet in Bijlage 1. Appellante heeft de SBI-code inmiddels gewijzigd in het handelsregister van de KvK. Thans staat zij ingeschreven onder de SBI-code 79.90 ‘informatieverstrekking op het gebied van toerisme en reserveringsbureaus’. Ten slotte doet appellante een beroep op de redelijkheid en billijkheid.
Beoordeling door het College
5. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer opgenomen dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
6. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
7. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
Conclusie
8. Het beroep tegen het bestreden besluit is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van J.S. Nooren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen