ECLI:NL:CBB:2021:418
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing fosfaatrechten voor jongvee opfokbedrijf
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor fosfaatrechten. De appellant, die een jongvee opfokbedrijf exploiteert, had in 2018 een melding bijzondere omstandigheden gedaan, maar zijn verzoek werd afgewezen. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had bij besluiten in 2018 en 2019 vastgesteld dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 72 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Msw) voor het verkrijgen van fosfaatrechten. Het College oordeelde dat de appellant niet kon worden aangemerkt als een nieuw gestart bedrijf, omdat hij niet aan alle vereisten voldeed. De appellant voerde aan dat het fosfaatrechtenstelsel een ongerechtvaardigd onderscheid maakte tussen melk producerende bedrijven en jongvee opfokbedrijven, maar het College verwierp dit argument. Het College concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legde. De uitspraak benadrukte dat de wetgever bewust had gekozen voor een beperkte knelgevallenregeling en dat de appellant niet in aanmerking kwam voor een verhoging van zijn fosfaatrecht. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de beslissing was onherroepelijk.