ECLI:NL:CBB:2021:331
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld op basis van melkproductie en I&R registratie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouder (appellant) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verweerder) over de vaststelling van het fosfaatrecht. Het fosfaatrecht van appellant was vastgesteld op 3.299 kg, maar na bezwaar en een gedeeltelijke gegrondverklaring door verweerder, was dit verhoogd naar 4.048 kg. Appellant stelde dat de gemiddelde melkproductie van 2015 niet representatief was door bouwwerkzaamheden en dat de melkproductie van 2014 als basis moest dienen voor de berekening van het fosfaatrecht. Hij voerde aan dat gemiddeld 4,15 koeien in 2014 niet als melkkoeien waren gehouden, maar voor de slacht waren vetgemest, en dat deze ten onrechte als melk- en kalfkoeien in het I&R-systeem waren geregistreerd. Verweerder erkende dat de melkproductie van 2015 negatief was beïnvloed, maar betwistte de aantallen die appellant aanvoerde. Het College oordeelde dat de I&R-registratie leidend is, maar dat de gemiddelde melkproductie van 2014 moest worden toegepast. Het College vernietigde het bestreden besluit en stelde het fosfaatrecht vast op 4.098 kg, waarbij verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van appellant.