Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2021 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Feiten
Appellante heeft in de periode 2011-2015 geïnvesteerd in de aankoop van gronden voor een totaalbedrag van € 1.229.607,50. Verder heeft appellante geïnvesteerd in een nieuwe sleufsilo, de bouw en inrichting van een nieuwe ligboxenstal en de aanschaf van een stalverzorger en melkkoetank voor een totaalbedrag van circa € 545.000,-. Ter financiering van de bouw van de nieuwe ligboxenstal en de aankoop van landbouwgrond is appellante op 6 augustus 2012 en op 12 mei 2014 financieringsovereenkomsten aangegaan met de [naam 6] van respectievelijk € 1.100.000,- en € 250.000,-.