ECLI:NL:CBB:2021:1093

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
20/1085
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing tegemoetkoming op basis van Beleidsregel COVID-19 voor ondernemer met onjuiste SBI-code

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 december 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De aanvraag werd afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op de peildatum 15 maart 2020 was geregistreerd, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel stond. Appellante had haar registratie na de peildatum gewijzigd, maar het College oordeelde dat deze wijziging niet relevant was voor de beoordeling van de aanvraag. De minister had zijn beleid consistent toegepast en er waren geen bijzondere omstandigheden die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden.

Het College oordeelde dat de registratie in het handelsregister op de peildatum leidend is en dat wijzigingen na deze datum niet in aanmerking worden genomen. Appellante had aangevoerd dat haar SBI-code ten onrechte niet correct was geregistreerd, maar het College volgde de minister in zijn standpunt dat de aanvraag terecht was afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de registratie in het handelsregister en de toepassing van de Beleidsregel in deze context. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/1085

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2021 in de zaak tussen

[naam] B.V., te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. J.J.M.C. Jacobs),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. S. van Rijn en mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van appellante voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel) afgewezen.
Bij besluit van 30 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Appellante heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2021. Appellante is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
Appellante heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
Over de onderneming was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 81.30 (Landschapsverzorging) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘Hoveniersbedrijf’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder overwogen dat de omschrijving van de werkzaamheden zoals die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond bepalend is. De SBI-code waarmee appellante op de peildatum 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven, staat niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel. Verder heeft verweerder overwogen dat de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeenkomt met een andere SBI-code die wél in Bijlage 1 staat. Dat appellante haar registratie na 15 maart 2020 met terugwerkende kracht heeft gewijzigd, maakt dat niet anders. Tot slot is niet gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat verweerder zou moeten afwijken van de Beleidsregel.
Standpunt appellante
4. Appellante stelt dat haar aanvraag ten onrechte is afgewezen. Dat haar SBI-code in eerste instantie niet juist stond geregistreerd bij de KvK mag haar niet worden verweten. Op verzoek van appellante heeft de KvK haar inschrijving gewijzigd. Zij staat met terugwerkende kracht per 1 april 2018 ingeschreven met de SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen) en deze SBI-code staat op de lijst in Bijlage 1. Hiermee voldoet appellante aan de voorwaarden en komt zij in aanmerking voor een tegemoetkoming.
Standpunt verweerder
5. Verweerder meent dat het bestreden besluit op goede gronden is genomen. Uit navraag bij de KvK is gebleken dat appellante de SBI-code 55.20.1 op 22 juli 2020 als hoofdactiviteit heeft toegevoegd. Aangezien deze wijziging heeft plaatsgevonden ná 15 maart 2020, wordt deze niet betrokken bij de beoordeling. Verweerder verwijst hiervoor naar de toelichting bij de Beleidsregel, waarin wordt vermeld dat wijzigingen na de peildatum niet worden meegenomen.

Beoordeling door het College

6. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
7. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Niet de feitelijke activiteiten, maar wat op de peildatum is geregistreerd in het handelsregister is leidend. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
8. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
9. Het College volgt verweerder in het standpunt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.
Conclusie
10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2021.
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze uitspraak te ondertekenen.