In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een onderneming en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante, een onderneming die op 15 maart 2020 geregistreerd stond met de SBI-code 70.22.1, had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. Deze aanvraag werd door de minister afgewezen, omdat de SBI-code niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel stond vermeld. Het bestreden besluit, waarin het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard, werd door de appellante bestreden in beroep.
Tijdens de zitting op 13 december 2021 was appellante niet aanwezig, maar de minister werd vertegenwoordigd door gemachtigden. De appellante voerde aan dat de Beleidsregel ruimhartig zou worden toegepast en dat haar gewijzigde SBI-code, die wel in Bijlage 1 stond, aanleiding zou moeten geven tot honorering van haar aanvraag. De minister stelde echter dat de registratie op de peildatum leidend is en dat de wijziging van de SBI-code na deze datum niet relevant is voor de beoordeling.
Het College oordeelde dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden. De aanvraag werd terecht afgewezen, omdat de SBI-code op de peildatum niet in Bijlage 1 stond. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.