In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 december 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De minister had de aanvraag afgewezen op basis van de SBI-codes die op de peildatum 15 maart 2020 in het handelsregister stonden geregistreerd. Appellante stelde dat zij in november 2017 was gestart met een nieuwe bedrijfsvoering en dat er een fout was gemaakt bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, die inmiddels was gecorrigeerd.
Het College oordeelde dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat de registratie in het handelsregister op de peildatum leidend was. De wijzigingen die na de peildatum waren doorgevoerd, konden niet in aanmerking worden genomen. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin was geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid, wat betekent dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
Het College concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 december 2021.