ECLI:NL:CBB:2021:1047

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
20/951
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming op basis van Beleidsregel COVID-19

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 december 2021 uitspraak gedaan in het beroep van [naam] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. Appellante had op 8 juli 2020 een aanvraag ingediend, die door verweerder werd afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op de peildatum geregistreerd stond, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel was opgenomen. Appellante voerde aan dat zij haar SBI-code met terugwerkende kracht had gewijzigd naar een code die wel in de bijlage stond, maar het College oordeelde dat alleen de registratie op de peildatum leidend is. Het College heeft vastgesteld dat verweerder zijn beleid consistent heeft toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/951

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 december 2021 in de zaak tussen

[naam] B.V., te [plaats] , appellante

(gemachtigde: R.J.M. van Eijk),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Bij besluit van 8 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd appellant een tegemoetkoming te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 14 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
1. Appellant heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
2. Over de onderneming van appellante was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 82.20 (callcenters) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘Callcenter, service desk, mailings, campagnes, lead generatie en data analyse’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder geoordeeld dat de SBI-code waarmee appellante op de peildatum stond geregistreerd, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel staat. Van bijzondere omstandigheden die maken dat verweerder ten gunste van appellante moet afwijken van de Beleidsregel is niet gebleken, aldus verweerder.
Standpunt appellante
4. Appellante voert ten eerste aan dat zij met terugwerkende kracht per de oprichtingsdatum 7 juli 2015 haar SBI-code in het handelsregister van het KvK heeft laten wijzigen naar de SBI-code 96.09 (overige dienstverlening). Deze SBI-code is wel in Bijlage 1 van de Beleidsregel opgenomen en daarom heeft appellante recht op € 4.000,- tegemoetkoming.
Beoordeling door het College
5. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer geoordeeld dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
6. Net als in de genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Niet de feitelijke activiteiten, maar wat op de peildatum is geregistreerd in het handelsregister is leidend. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
7. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
8. Het College volgt verweerder in het standpunt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.
Conclusie
9. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van J.S. Nooren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 december 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen