ECLI:NL:CBB:2020:885
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.C.E. Winfield
- C.M.J. Rouwers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechtenstelsel en staatssteun in het kader van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een V.O.F. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het fosfaatrechtenstelsel. De appellante, een V.O.F. gevestigd te [plaats], had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister waarin het fosfaatrecht van de appellante was vastgesteld op 6.653 kg, gebaseerd op de dieraantallen op 2 juli 2015. De minister had eerder op 5 januari 2018 het primaire besluit genomen en op 25 maart 2019 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 8 oktober 2020 zijn partijen niet verschenen.
De appellante betoogde dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat het stelsel ongeoorloofde staatssteun oplevert. Het College heeft echter geoordeeld dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin het fosfaatrechtenstelsel als verenigbaar met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens is beoordeeld. De Europese Commissie had het fosfaatrechtenstelsel goedgekeurd, wat ook door het College werd bevestigd.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 december 2020 door mr. W.C.E. Winfield, in aanwezigheid van griffier mr. C.M.J. Rouwers.