ECLI:NL:CBB:2020:845
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de fosfaatrechten van een nieuw gestart melkveebedrijf in het licht van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 november 2020 uitspraak gedaan in de zaak van Maatschap [naam 1] tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staat der Nederlanden. Appellante, die in 2013 begon met de voorbereidingen voor een melkveebedrijf, had een melding bijzondere omstandigheden ingediend, maar haar fosfaatrecht werd vastgesteld op nul kg. Het College oordeelde dat appellante niet als nieuw gestart bedrijf kon worden aangemerkt, omdat op de peildatum van 2 juli 2015 geen melk- en kalfkoeien of jongvee op het bedrijf aanwezig waren. Het College concludeerde dat appellante niet voldoende voorzichtigheid had betracht bij haar investeringen, gezien de afschaffing van het melkquotum en de te verwachten maatregelen. De wetgever had de regeling voor knelgevallen bewust beperkt, en er was geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Het College oordeelde dat de last die op appellante rustte niet buitensporig was in vergelijking met andere melkveehouders. Wel werd de Staat veroordeeld tot betaling van € 500,- schadevergoeding aan appellante wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.