ECLI:NL:CBB:2020:61
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. van der Beek
- T. Pavićević
- D. Brugman
- Rechtspraak.nl
Randvoorwaardenkorting op rechtstreekse betalingen GLB wegens opzettelijke niet-naleving identificatiemiddelen runderen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een maatschap en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft een randvoorwaardenkorting van 20% op de rechtstreekse betalingen voor het jaar 2017, opgelegd aan de appellante vanwege opzettelijke niet-naleving van de randvoorwaarden inzake identificatiemiddelen voor runderen. De minister had op 23 november 2017 een primaire beslissing genomen, waarin de korting werd vastgesteld, en dit besluit werd in een later bestreden besluit van 15 mei 2018 gehandhaafd. De appellante heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, waarbij zij betoogde dat er geen sprake was van opzet en dat haar acties voortkwamen uit een misverstand met de inspecteur van de NVWA.
Tijdens de zitting op 17 december 2019 werd duidelijk dat de appellante zonder toestemming van de inspecteur oormerken uit een rund had geknipt en deze had vervangen door andere oormerken. Het College oordeelde dat de appellante zich opzettelijk had gedragen door deze handelingen uit te voeren, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van opzettelijke niet-naleving. De appellante had niet aangetoond dat er geen opzet was, en het College bevestigde dat de opgelegde korting van 20% terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de regelgeving omtrent identificatiemiddelen voor runderen en de gevolgen van opzettelijke overtredingen.
Het College verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokken rechters waren aanwezig, samen met de griffier.