5.3Verweerder heeft zich bij het vervangingsbesluit wat betreft de dieraantallen op het volgende standpunt gesteld.
- Ter zake UBN [… 1] blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat alle dieren op deze locatie bestemd zijn voor de melkveehouderij. Verder worden onder meer alsnog 27 stuks jongvee die op 2 juli 2015 op het bedrijf aanwezig waren meegenomen bij de vaststelling van het fosfaatrecht. Dit betekent dat verweerder voor deze locatie 39 dieren aanmerkt als behorend tot categorie 101.
- Ter zake UBN [… 2] blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat de dieren die op 2 juli 2015 aanwezig zijn niet op deze locatie zijn geboren en rond de leeftijd van zeven maanden worden geslacht. Derhalve is deze locatie aangemerkt als een mesterij en worden er geen rechten toegekend aan de dieren op deze locatie. Niettemin is één dier meegenomen in categorie 101 omdat dit op 2 juli 2015 aanwezig was en heeft afgekalfd.
- Ter zake UBN [… 3] blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat de dieren die op deze locatie op 2 juli 2015 aanwezig zijn niet op deze locatie zijn geboren, worden aangevoerd wanneer zij 14 dagen tot een maand oud zijn en rond de leeftijd van zeven maanden zijn geslacht. Derhalve is deze locatie aangemerkt als een vetmesterij en worden er geen rechten toegekend aan de dieren op deze locatie.
- Ter zake UBN [… 4] blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat de op 2 juli 2015 aanwezige dieren niet op deze locatie zijn geboren, worden aangevoerd wanneer zij 14 dagen tot een maand oud zijn en rond de leeftijd van zeven maanden zijn geslacht. Derhalve is deze locatie aangemerkt als een vetmesterij en worden er geen rechten toegekend aan de dieren op deze locatie.
- Ter zake UBN [… 5] blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat alle dieren op deze locatie bestemd zijn voor de melkveehouderij. De vrouwelijke dieren gaan naar UBN [… 1] , dat is aangemerkt als een melkveebedrijf, waar de dieren afkalven. De ongekalfde vrouwelijke dieren worden op latere leeftijd geslacht en niet op de voor vleesvee gebruikelijke leeftijd van zeven maanden. Van de stierkalveren gaan twee dieren richting een melkveehouderij en twee richting een vleesveebedrijf, maar tevens niet op de gebruikelijke vleesveeleeftijd. Verder is niet gebleken dat deze stierkalveren fokstieren zijn.
- Ter zake UBN [… 6] tenslotte blijkt uit het I&R-systeem, de eigen administratie van appellante en de door haar opgestuurde stukken dat de dieren die op deze locatie aanwezig op 2 juli 2015 niet op deze locatie zijn geboren en rond de leeftijd van zeven maanden worden geslacht. Derhalve is deze locatie aangemerkt als een mesterij en worden er geen rechten toegekend aan de dieren op deze locatie.