Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 april 2020 in de zaken tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Bevindingen(…)
Desgevraagd gaf de heer [naam 1] mij aan dat hij nog niet in het bezit was van een protocol zoals staat omschreven in artikel 3.14 van het Besluit houders van dieren. De heer [naam 1] gaf mij aan dat onlangs zijn moeder was overleden en geen tijd had gevonden zich te verdiepen in een dergelijk protocol. Ik (…) heb de heer [naam 1] uitgelegd wat een dergelijk protocol inhoudt en waar het protocol aan moet voldoen. Ik (…) hoorde de heer [naam 1] zeggen dat hij begreep wat ik bedoelde en ik heb op 1 oktober 2018 met de heer [naam 1] afgesproken dat ik op 8 oktober 2018 terug zou komen om te controleren of er een protocol in zijn inrichting aanwezig was.
Op maandag 8 oktober 2018 was ik (…) wederom ter plaatse (…) De heer [naam 1] herkende mij direct en ik (…) mocht van de heer [naam 1] zijn woning betreden waarop hij direct een map tevoorschoon haalde waarvan de heer [naam 1] vertelde dat dit het protocol was welke hij wilde gaan gebruiken.
Ik (…) hoorde de heer [naam 1] vertellen dat hij naar een dierenspeciaalzaak van [naam 2] was gegaan en daar om een voorbeeld had gevraagd van een gezondheidsprotocol. Hiervan had hij een voorbeeld meegekregen en hij had de naam [naam 2] vervangen door de naam [naam 1] .