Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
beslissing op het wrakingsverzoek van
[naam 3], te [plaats] ,
(verzoekers)
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak hebben verzoekers op 5 februari 2020 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. H.S.J. Albers, lid van de enkelvoudige kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, in de procedure tegen de Kamer van Koophandel (KvK). Verzoekers voerden aan dat zij onvoldoende spreektijd hadden gekregen en dat de raadsheer hen in hun verdedigingsbelang had geschaad door de zitting te beperken tot de elementen van het besluit, terwijl hun zaak breder was. De raadsheer had hen 10 minuten spreektijd gegeven, terwijl zij 30 minuten nodig achtten. Verzoekers stelden dat deze beperking leidde tot rechtsongelijkheid ten opzichte van andere rechtssystemen in Nederland.
Tijdens de wrakingszitting op 20 februari 2020 heeft de raadsheer zijn beslissing verdedigd, stellende dat de spreektijd vooraf was vastgesteld en dat verzoekers geen verzoek om meer tijd hadden ingediend. Het College overwoog dat de feiten en omstandigheden waarop het wrakingsverzoek was gebaseerd, bekend waren geworden tijdens de zitting van 5 februari 2020. Het College concludeerde dat de procesbeslissingen van de raadsheer niet als partijdig of vooringenomen konden worden aangemerkt. Het verzoek om wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 februari 2020, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).