ECLI:NL:CBB:2019:711
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op knelgevallenregeling in fosfaatrecht niet geslaagd
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 december 2019 uitspraak gedaan in het geschil tussen een melkveebedrijf en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep van het melkveebedrijf op de knelgevallenregeling in het kader van het fosfaatrecht is afgewezen. De zaak betreft de vaststelling van het fosfaatrecht van het melkveebedrijf, dat op 5 januari 2018 door de minister is vastgesteld op 4.788 kg. Het melkveebedrijf had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 6 september 2018. Het melkveebedrijf stelde dat het fosfaatrecht niet correct was vastgesteld, omdat er rekening gehouden moest worden met bijzondere omstandigheden, zoals dierziekte, die de groei van het aantal dieren op het bedrijf hebben beïnvloed.
Het College heeft overwogen dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast. De relevante wetgeving, artikel 23 van de Meststoffenwet, stelt dat bij de berekening van het fosfaatrecht geen rekening kan worden gehouden met (nog) niet gerealiseerde uitbreidingen. Het College heeft bevestigd dat de vergelijking tussen de bedrijfssituatie op het moment van de buitengewone omstandigheden en de peildatum moet worden gemaakt zonder de niet gerealiseerde groei mee te nemen. Het beroep van het melkveebedrijf is ongegrond verklaard, en de uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 december 2019.