In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 29 oktober 2019, zijn de beroepen van verschillende zonneparken en Powerfield Realisatie en Exploitatie B.V. (Powerfield) behandeld. De zonneparken, die subsidie hadden aangevraagd op basis van het besluit Stimulering Duurzame Energieproductie, zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen bezwaar hadden gemaakt tegen de primaire besluiten, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Powerfield, die als intermediair fungeerde, had ook geen eigen rechtstreeks belang bij de besluiten, waardoor hun bezwaren eveneens niet-ontvankelijk verklaard hadden moeten worden. Het College oordeelde dat de zonneparken als aanvragers van de subsidie belanghebbenden waren, maar dat zij de verplichte bezwaarprocedure niet hadden gevolgd. Dit leidde tot de conclusie dat de beroepen van de zonneparken niet-ontvankelijk waren.
Powerfield, hoewel betrokken bij de aanvragen, werd niet als belanghebbende aangemerkt omdat hun belang indirect was en niet rechtstreeks door de besluiten werd geraakt. Het College vernietigde de bestreden besluiten en verklaarde de bezwaren van Powerfield tegen de primaire besluiten niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten aan Powerfield, vastgesteld op € 1.920,-. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures in bestuursrechtelijke zaken en de noodzaak voor belanghebbenden om tijdig bezwaar te maken.