In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting [naam 1] en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De Stichting, appellante, had als intermediair namens de Gemeentehuis een aanvraag om subsidie ingediend op grond van het besluit Stimulering Duurzame Energieproductie (Besluit SDE). De aanvraag werd echter afgewezen door de minister, waarna appellante bezwaar maakte en beroep instelde tegen deze afwijzing. Het College heeft zich in deze zaak moeten buigen over de vraag of appellante als intermediair ook als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College oordeelde dat appellante geen zelfstandig belang had bij het bestreden besluit, omdat haar belang slechts afgeleid was van de contractuele relatie met de Gemeentehuis. Hierdoor was appellante niet ontvankelijk in haar beroep. Het College heeft het bestreden besluit vernietigd en het bezwaar van appellante tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 1.024,-.