ECLI:NL:CBB:2019:522
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing minister van Landbouw inzake basisbetalingsregeling GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. Kaasboerderij en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de minister over de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2017. Bij besluit van 16 februari 2018 had de minister een eerste betaling vastgesteld, maar dit werd door de appellante als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De minister had haar een netto totaalbedrag van € 18.299,71 toegekend, maar de appellante stelde dat zij meer recht had op uitbetaling, omdat zij percelen met een N-code niet had opgegeven in haar aanvraag. Het College constateerde dat de minister het eerdere besluit had herzien en dat het beroep van rechtswege ook betrekking had op het herziende besluit. Het College oordeelde dat de appellante geen procesbelang had, omdat zij het maximale bedrag had ontvangen en dat er geen sprake was van een kennelijke fout in haar aanvraag. Het beroep tegen het bestreden besluit 2 werd ongegrond verklaard, maar de minister werd wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht van de appellante.