ECLI:NL:CBB:2019:231
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Duuren
- F. Willems
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en knelgevallenregeling in de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellante en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij haar fosfaatrecht was vastgesteld op 7.904 kilogram. Dit besluit was genomen op basis van artikel 23, derde lid, van de Meststoffenwet (Msw). De appellante betwistte de vaststelling van het fosfaatrecht en voerde aan dat er rekening gehouden moest worden met 28 stuks jongvee die tijdelijk elders waren gehuisvest vanwege renovatiewerkzaamheden op haar bedrijf. Ze stelde dat dit zou leiden tot een verlaging van haar fosfaatrecht met 613,2 kg, waardoor zij in aanmerking zou moeten komen voor de knelgevallenregeling zoals bedoeld in artikel 23, zesde lid, van de Msw.
De minister had echter in zijn bestreden besluit het bezwaar van de appellante ongegrond verklaard en stelde dat de appellante niet voldeed aan de 5%-drempel die vereist is voor de knelgevallenregeling. Tijdens de zitting op 29 april 2019 werd duidelijk dat de 28 stuks jongvee fosfaatrechten hadden ontvangen op het bedrijf waar zij tijdelijk waren gehuisvest. Dit leidde tot de conclusie dat het toekennen van extra fosfaatrechten aan de appellante zou resulteren in een dubbeltelling, wat niet toegestaan is. Het College oordeelde dat de situatie van de appellante wezenlijk verschilde van eerdere uitspraken en dat er geen aanleiding was om af te wijken van de vastgestelde fosfaatrechten.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van de appellante ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. van Duuren, in aanwezigheid van griffier mr. F. Willems.