ECLI:NL:CBB:2018:388
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- R.R. Winter
- E. Eggeraat
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet
In deze tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven wordt de bestuurlijke boete van € 45.000,- die aan [naam 1] is opgelegd wegens overtreding van de Meststoffenwet (Msw) besproken. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had de boete opgelegd na een onderzoek door de Algemene Inspectiedienst (AID) naar de aflevering van mest. De AID concludeerde dat [naam 1] in de periode van 28 april 2009 tot en met 23 juni 2009 twintig vrachten mest had ontvangen, wat leidde tot een overschrijding van de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van [naam 1] gegrond verklaard en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen, omdat de rechtbank oordeelde dat de minister niet had aangetoond dat [naam 1] een verwijt kon worden gemaakt van de overtreding. In hoger beroep heeft de minister de uitspraak van de rechtbank bestreden, stellende dat er voldoende bewijs was voor de overtreding en dat [naam 1] verantwoordelijk was voor de controle op de mestaanvoer. Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen, omdat [naam 1] onvoldoende toezicht had gehouden en geen schriftelijke afspraken had gemaakt over de mestaanvoer. Het College draagt de minister op om een nieuwe boeteberekening uit te voeren, rekening houdend met de verhoogde gebruiksnorm voor mest afkomstig van graasdieren. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd, maar het College houdt verdere beslissingen aan.