ECLI:NL:CBB:2018:264
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Toewijzing betalingsrechten en subsidiabele oppervlakte van percelen in het kader van het GLB
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 juni 2018, zaaknummer 16/1128, staat de toewijzing van betalingsrechten op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB centraal. Appellant, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, had op 31 maart 2016 betalingsrechten toegewezen gekregen, maar na bezwaar werd dit besluit gedeeltelijk herroepen. Appellant heeft beroep ingesteld tegen het herroepen besluit, waarbij de subsidiabele oppervlakte van percelen 26, 27 en 28 ter discussie staat.
Tijdens de zitting op 19 maart 2018 heeft appellant verklaard dat hij het beroep met betrekking tot enkele percelen niet langer handhaaft, omdat het verschil in oppervlakte minder dan 2% bedraagt. Het College beoordeelt vervolgens of de percelen 26, 27 en 28 als subsidiabele landbouwgrond kunnen worden aangemerkt. Appellant stelt dat deze percelen wel degelijk als zodanig moeten worden erkend, terwijl verweerder dit betwist op basis van luchtfoto's en de gebruiksstatus van de grond.
Het College concludeert dat de percelen 26 en 28 hoofdzakelijk als pad worden gebruikt en daarom niet als subsidiabele oppervlakte kunnen worden aangemerkt. Voor perceel 27 oordeelt het College dat de luchtfoto's de standpunten van verweerder ondersteunen, waardoor het beroep ongegrond wordt verklaard. Het College veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van appellant, vastgesteld op € 1002,-, en bepaalt dat het griffierecht van € 168,- aan appellant wordt vergoed.