ECLI:NL:CBB:2018:23
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C. Stam
- E.R. Eggeraat
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Wijziging van x-factoren en q-factoren door de Autoriteit Consument en Markt in het kader van de Elektriciteitswet en Gaswet
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 18 januari 2018, zijn de beroepen van verschillende netbeheerders tegen besluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan de orde. De ACM had op 25 augustus 2016 besluiten genomen waarin de eerder vastgestelde x- en q-factoren voor de reguleringsperioden 2011-2013 en 2014-2016 werden gewijzigd. De appellanten, waaronder Coteq Netbeheer B.V., Enexis B.V., Enduris B.V., Liander N.V., N.V. Rendo, Stedin Netbeheer B.V., Westland Infra Netbeheer B.V. en Zebra Gasnetwerk B.V., stelden dat deze wijzigingen in strijd waren met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat de besluiten van 11 september 2014 formele rechtskracht hadden gekregen. De ACM verdedigde zich door te stellen dat de wijzigingen noodzakelijk waren vanwege onjuiste productiviteitsdata die door de netbeheerders waren aangeleverd. Het College oordeelde dat de wijzigingen van de x- en q-factoren niet in strijd waren met het systeem van ex ante tariefregulering en dat de ACM bevoegd was om de besluiten te wijzigen. De beroepen werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt de rol van de ACM in het toezicht op de energiesector en de noodzaak om de tarieven vast te stellen op basis van correcte gegevens.