ECLI:NL:CBB:2018:143
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake vergroeningsbetaling en ecologisch aandachtsgebied
In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 25 juni 2016, betrof de vaststelling van het bedrag aan basis- en vergroeningsbetaling dat appellante ontving op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante had in haar Gecombineerde opgave 2015 geen keuze gemaakt voor een ecologisch aandachtsgebied, maar had wel aangegeven vrijgesteld te zijn van de verplichting om 5% van het bouwland als ecologisch aandachtsgebied in te richten. Na een ongegrond verklaard bezwaar heeft appellante beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat er sprake was van een kennelijke fout in haar aanvraag.
Tijdens de zitting op 5 maart 2018 heeft appellante, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. De minister, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft het verweer gevoerd. Het College heeft overwogen dat de aanvraag van appellante geen tegenstrijdigheden vertoonde en dat de minister terecht had geconcludeerd dat er geen sprake was van een kennelijke fout. Het College heeft vastgesteld dat appellante niet aan de vergroeningseisen voldeed en dat de minister niet verplicht was om appellante in de gelegenheid te stellen haar aanvraag aan te passen. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.