Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 maart 2017 op de hoger beroepen van:
(gemachtigde: mr. M.R. Hosemann),
Procesverloop in hoger beroep
door haar gemachtigde, vergezeld door haar kantoorgenote mr. F.E. de Bruijn en
mr. W.M. Haverkamp, werkzaam bij DNB.
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Feitelijk leiding geven
aan de orde.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
[naam 1] voert in zijn eerste hogerberoepsgrond aan dat de rechtbank voorbij is gegaan aan zijn standpunt dat de ingewonnen (juridische) adviezen en doorlopende bijstand door diverse specialisten ten minste in enige zin zouden moeten afdoen aan de mate van verwijtbaarheid en dat dit dient te leiden tot (nadere) matiging van de boete. De rechtbank is in rechtsoverweging 7.3 van de aangevallen uitspraak enkel ingegaan op de verwijzing naar de boeteoplegging aan de heer [naam 9] . Aan haar overweging in rechtsoverweging 4.7 dat juridische specialisten zijn geraadpleegd bij de structurering van de activiteiten en het opstellen van diverse benodigde documenten niet maakt dat hem ter zake in het geheel geen verwijt treft, verbindt de rechtbank ten onrechte niet de gevolgtrekking dat een (nadere) matiging van de boete op zijn plaats is.
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak, voor zover deze betrekking heeft op de hoogte van de boete;
- verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep van [naam 1] tegen het besluit op bezwaar van 20 maart 2015 gegrond en vernietigt dat besluit voor zover het betreft de hoogte van de boete en bepaalt de boete op een bedrag van € 25.000 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit op bezwaar van
- bevestigt de bestreden uitspraak voor het overige;
- draagt DNB op het betaalde griffierecht in beroep van € 167 en in hoger beroep van € 251 aan [naam 1] te vergoeden;
- veroordeelt DNB in de proceskosten van [naam 1] tot een bedrag van € 2.475.