Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 februari 2017 op het hoger beroep van:
[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante
(gemachtigde: mr. J.H. Fellinger),
appellante
en
Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM),
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellante heeft drie gronden van hoger beroep naar voren gebracht. In haar eerste grond verzoekt zij het College al haar in eerdere instanties aangevoerde gronden onverkort te handhaven. Het College overweegt dat het hogerberoepschrift in zoverre geen argumenten bevat waarom appellante de aangevallen uitspraak of onderdelen daarvan, waarin gemotiveerd op de door appellante ingevoerde gronden is ingegaan, onjuist acht. Voor zover aan deze grond al zelfstandige betekenis zou moeten worden toegedicht, faalt zij dan ook. Het College verwijst in dit kader naar zijn uitspraak van 4 oktober 2011, ECLI:NL:CBB:2011:BT7618.