ECLI:NL:CBB:2017:476
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- A. Venekamp
- H.L. van der Beek
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betalingsrechten in het kader van de GLB-regeling en de beoordeling van overmacht
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 december 2017, zaaknummer 16/233, staat de toewijzing van betalingsrechten centraal. Appellant, een landbouwer, had een aanvraag ingediend voor betalingsrechten op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Het primaire besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken, dat de aanvraag afwees, werd door appellant bestreden. De staatssecretaris had gesteld dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor toewijzing van betalingsrechten, omdat hij in 2013 geen rechtstreekse betaling had ontvangen en zijn Gecombineerde Opgave te laat had ingediend.
Appellant voerde aan dat er sprake was van overmacht, omdat hij in 2013 meerdere keren in het ziekenhuis was opgenomen. Het College oordeelde dat de verklaring van de huisarts onvoldoende was om aan te tonen dat de ziekenhuisopnames de reden waren voor de te late indiening van de Gecombineerde Opgave. Het College concludeerde dat appellant niet aan de voorwaarden voldeed voor toewijzing van betalingsrechten, zoals vastgelegd in artikel 24 van Verordening 1307/2013.
De uitspraak benadrukt dat de voorwaarden voor toewijzing van betalingsrechten strikt zijn en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en de aanvraag om toewijzing van betalingsrechten werd afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.