Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 oktober 2017 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
de minister van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Overwegingen
op 17 februari 2014 heeft gesproken met appellant en dat [naam 2] vervolgens de offerte heeft uitgebracht, die hij op 27 februari 2014 en 4 maart 2014 heeft besproken met appellant. Deze gang van zaken wordt ook bevestigd door [naam 2] . De datum van opdrachtverstrekking ligt dus ruim na 21 februari 2014. Volgens appellant was het logisch dat hij tweemaal een offerte heeft opgevraagd bij dezelfde leverancier, omdat de eerste offerte van 30 mei 2013 was verouderd. Gelet op prijswijzigingen en mogelijke wijzigingen in de uitrusting van de trekker, was het noodzakelijk om een nieuwe offerte op te vragen. Dat appellant de tweede offerte met datum 19 februari 2014 achteraf zou hebben laten opstellen ter veiligstelling van de subsidie, zoals verweerder stelt, is dan ook onjuist.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit:
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 167,-- aan appellant te vergoeden;
€ 990,--;