ECLI:NL:CBB:2017:303
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen wijziging bedrijfstoeslag 2011 en 2012 op basis van subsidiabiliteit landbouwgrond
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] B.V. en de staatssecretaris van Economische Zaken over de wijziging van de bedrijfstoeslag voor de jaren 2011 en 2012. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de staatssecretaris, die de bedrijfstoeslag had herzien op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De staatssecretaris had vastgesteld dat de opgegeven percelen niet volledig subsidiabel waren, omdat op een deel van de grond pitrus groeide, wat niet als landbouwgrond wordt aangemerkt. De appellante voerde aan dat de afgekeurde grond wel degelijk landbouwgrond was, maar het College oordeelde dat de staatssecretaris terecht de oppervlakte had verminderd op basis van luchtfoto's en inspecties. Het College concludeerde dat de beroepen ongegrond waren en dat de staatssecretaris de besluiten correct had genomen. Tevens werd vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 500,- voor de appellante. De proceskosten werden ook vergoed, met uitzondering van de kosten voor een deskundige die niet onder de vergoedingscriteria viel. Tot slot werd de staatssecretaris opgedragen het griffierecht aan de appellante te vergoeden.